Op 7 juni 1974 zijn we voor de Kerk getrouwd en hebben we een bruiloftsdiner, een bruiloftsreceptie en een bruiloftsfeest gehad.
Gek genoeg kan ik me bijna niks meer herinneren van de voorbereidingen, waarschijnlijk omdat er door de zenuwen en door de drukte rondom de verhuizing naar Heerlen (vlak vóór de bruiloft) veel langs me heen is gegaan.
Wat ik nog wel weet is dat alles rondom diner, receptie en feest gezamenlijk door onze ouders en schoonouders georganiseerd werd.
Dat scheelde heel wat nervositeit bij Arno en mij!!
Zelf moesten we de pastoor en de kerk, de kleding, de kapper, de bloemen, de kaarten, de fotograaf en de bruidsauto regelen, wat al stress genoeg veroorzaakte!
Wat veel mensen zeggen: "de trouwdag is de mooiste dag van je leven", geldt, denk ik, niet voor mij.
Ik ben sowieso niet zo van de feestjes, nooit geweest ook, en al helemaal niet als je zelf het middelpunt van zo'n feestje bent.
Het was een mooie dag, maar er zijn wel meer, minstens even mooie dagen geweest en er komen er hopelijk ook nog wel enkele :-))
Van de mensen op deze familiefoto's zijn er helaas al heel veel overleden.
Maar ja, zo gaat het nou eenmaal als je ouder wordt.
Sommigen, vooral mijn ouders, mis ik nog steeds heel erg.
Terwijl ik dit verhaal aan het typen ben en de foto's van de trouwdag nog eens bekijk, zie ik dat ik nu heel wat voller ben dan toen.
Volgens mij ben ik nu minstens 30 kilo zwaarder, maar ook een stuk mooier, vrouwelijker dan toen.
(Vind ik zelf tenminste.)
Op de trouwdag kwam Arno mij vroeg in de middag met een mooi versierde trouwauto bij mijn ouderlijk huis ophalen om naar de Pius X kerk te gaan voor het kerkelijk huwelijk.
Arno had het ceremonieel uniform van de marechaussee aan als trouwpak en hij had zijn eigen fotocamera ook meegenomen, omdat hij zelf ook dia's wilde maken van onze trouwdag.
Die dia's hebben we onlangs nog eens gekeken en ik moet zeggen dat ze in al die jaren veel mooier zijn gebleven dan de foto's door een professionele fotograaf gemaakt.
De huwelijksmis werd opgedragen door pastoor Raaijmakers, onze parochiepastoor.
Hij was een paar jaar eerder geopereerd wegens keelkanker en daarbij waren zijn stembanden verwijderd.
Hij praatte nu ' robotachtig' door middel van een geïmplanteerd apparaatje, maar wij, parochianen, waren al helemaal aan dat geluid gewend en wilden onze geliefde pastoor heel graag zo lang mogelijk houden.
Na de mis gingen wij, als pasgetrouwd stel, met een fotograaf naar het park bij Eckartdal, om een fraaie fotoreportage te maken.
De bruiloftsgasten, dat wil zeggen de naaste familie, kon intussen al terecht op de feestlocatie aan de Natalweg, om zich wat op te frissen en voor een kopje koffie.
Nadat wij de fotoreportage hadden laten maken kwamen we ook naar de Natalweg en konden we nog even rustig genieten van een praatje, een hapje en een drankje, voordat het diner met dit exclusieve groepje zou beginnen.
Na het diner was de receptie gepland, met aansluitend het feest, waarop alle receptiegangers ook welkom waren.
Er kwamen veel mensen op de receptie om ons te feliciteren: ooms en tantes, neven en nichten, collega's van ons allebei, buren en kennissen en we kregen heel veel kado's.
Heel veel mensen bleven ook nog op het feest en het was heel gezellig.
Laat in de avond, om een uur of twaalf, vonden Arno en ik het wel mooi geweest en lieten we Michel, de ceremoniemeester, een eind maken aan de feestavond.
Wij wilden heel graag nog naar ons nieuwe flatje rijden en dat kon lekker met onze eigen Ford Escort.
We hebben zoveel mogelijk kado's 's nachts al meegenomen naar Heerlen; ik weet nog dat heel de auto naar de gekregen stephanotis floribundi rook!
Wat we niet mee konden nemen hebben ons pa en ma zolang mee naar hun thuis genomen, waar wij het later op konden halen.
Maar eerst lekker naar ons eigen stekkie, voor het eerst echt samen en alleen wij tweetjes, zonder andere mensen erbij.
Wij waren allebei heel moe en ik had ook wat al te enthousiast aan de alcoholische versnaperingen gezeten, dus van een echte huwelijksnacht, in de zin van, is die nacht niet veel terecht gekomen.
Maar dat hebben we later ruimschoots ingehaald!
Al spoedig begon het "gewone" leven.
Het was in het begin wel heel erg wennen: ik was een getrouwde vrouw, had een nieuwe rol, nieuwe taak als huisvrouw, ik had geen baan buitenshuis meer en woonde in een vreemd groot huis in een vreemde plaats, Heerlen, waar ik niemand kende en wat heel ver van "thuis" in Eindhoven was.
Ik moest boodschappen doen, koken, schoonmaken, wassen en strijken , wat ik allemaal nog nooit eerder, of hoogstzelden gedaan had.
In het begin mislukte er nog wel eens wat, ik kon zelfs kookaardappels laten aanbranden!!
Maar al doende leert men en dat gold gelukkig ook voor mij.
Maar bovenal was het fijn, dat we nu iedere dag samen waren en elkaar konden ontdekken en van elkaar konden genieten, konden vrijen wanneer we wilden en op onze manier ons leven inrichten.
Jammer genoeg moest Arno al spoedig na onze trouwdag weer gewoon aan het werk en zat ik een groot deel van de dag alleen en dat werd nog erger toen hij voor 6 weken voor bijstand van de politie naar Den Haag moest.
Hoog tijd voor mij om te gaan solliciteren, zodat ik mijn tijd nuttig kon besteden en zodat ik onder de mensen zou komen en wat meer mensen zou leren kennen dan alleen mijn buren.
De eerste sollicitatie was meteen raak: ik kon assistente worden in de oogartsenmaatschap van dr. Van der Helm en dr. Van Dongen in het de Wever ziekenhuis (nu Zuyderland Medisch Centrum) in Heerlen.
Ik nam de baan graag aan, in het ziekenhuis, bekend terrein voor mij.
Weliswaar was ik nooit doktersassistente geweest en had ik ook geen idee wat een oogarts allemaal doet buiten brillen voorschrijven, maar een mens kan leren nietwaar!
Het ziekenhuis was niet ver van de Peter Schunkstraat, 3 à 4 kilometer, maar om er te komen moest ik op de fiets, door het bos, over een best wel steil weggetje, wat niet meeviel voor een meisje van het "platte" land.
Arno kon van een collega een tweedehands Peugeot bromfiets kopen en dat was een uitkomst.
Het was een feestje om op mijn brommertje de berg op te tuffen, of om naar de stad te gaan, of om zomaar wat de stad te verkennen, want Heerlen is best wel heuvelachtig en zwaar te befietsen.
Één keer ben ik zelfs op mijn brommertje naar Duitsland naar de luchtmachtbasis in Teveren geweest (en dat was ook tevens de eerste keer dat ik een echte ruzie met Arno had.)
Arno werkte in het laatste jaar van zijn marechaussee-tijd op Afcent, de Navo-basis in Nederland.
Voor ons allebei was dat een heel leuke "internationale" tijd, met regelmatig feestjes met Engelsen, Amerikanen, Fransen, Duitsers enz. De Nederlanders waren dan meestal tolk voor de buitenlanders, want die spraken over het algemeen geen woord over hun grens.
Via-via collega's van Afcent kon Arno leren parachutespringen op de luchtmachtbasis in Teveren.
Nou, dat leek hem wel wat, en met plezier ging hij regelmatig in het weekend naar Duitsland, waar hij eerst de grondbeginselen leerde en moest springen van schuurdaken en muren en zo.
Na een paar van die lessen, werd het tijd voor het echte werk en na 8 sprongen zou hij dan een parachute-spring-brevet krijgen.
Arno vond het geweldig: dat gevoel wat je hebt als je minutenlang, zo vrij als een vogeltje, van de stilte en het uitzicht kunt genieten.
Ik ben één keer meegeweest naar zo'n springsessie.
Het was heel spannend om op de grond af te moeten wachten of de sprong goed af zou lopen, maar toch leek het me wel wat en ik heb heel lang nog de droom gehad om zelf ook ooit eens een keer te gaan parachute-springen.
Maar het is er nooit van gekomen en nu is die behoefte er ook helemaal niet meer.
Arno is ook een keer echt slecht neergekomen.
Op die dag stond er eigenlijk teveel wind om beginnende springers veilig te kunnen lossen, maar de experts dachten dat het toch wel zou kunnen en Arno ging mee in het vliegtuig om een mooie sprong te maken.
Dus niet: De parachute sturen bleek onmogelijk en de betonnen landingsbaan kwam angstwekkend dichterbij.
Eenmaal geland bleef de wind de parachute mèt Arno voorttrekken over de betonnen baan.
Het resultaat was kapotte kleren en een vreselijk geschaafde voorkant: borst, buik, benen.
Maar 2 weken daarna was het toch weer PARACHUTE-TIME.
Het was de bedoeling dat Arno zijn parachute van de vorige sprong volgens de preciese regels zou gaan vouwen en dan weer naar huis zou komen; een paar uurtjes werk, dacht ik.
Maar niets bleek minder waar: Het was mooi weer, de parachute was gevouwen en er ging nog een vliegtuig met springers de lucht in.
Of Arno mee wilde!! Het antwoord was: YES! Maar ik wist van niks!
Ik zat thuis te wachten en dacht nog dat Arno vóór het avondeten wel terug zou zijn.
Het werd 6 uur, 7 uur, 8 uur, geen Arno.
Ik was bang voor wat er eventueel gebeurd kon zijn en de enige optie die ik toen zag was het brommertje pakken en naar Teveren tuffen om uit te vinden hoe het zat.
Het was inmiddels donker geworden en ik zou nooit die weg in het donker hebben durven rijden, als ik niet zo in angst had gezeten.
Eenmaal aangekomen op de basis, bleek dat iedereen, inclusief de parachutisten, allang naar huis was en dat er geen calamiteiten waren geweest.
Ik, verward, weer naar huis, op die enge weg in het donker.
Thuis aangekomen bleek dat Arno al in bed lag, helemaal niet ongerust over waar ik was, en al die ophef niet snapte.
Onze eerste ruzie was een feit!!
Ik heb die nacht op de grond geslapen, naast het bed, want ik weigerde om naast hem te liggen!!
Maar goed, de ruzie werd al spoedig verdrongen door de opluchting, gelukkig maar.
Een jaar lang heb ik nog heerlijk met mijn brommertje Heerlen en omgeving onveilig gemaakt en toen kreeg ik jammer genoeg op weg naar mijn werk een ongeluk.
Ik weet niet hoe en wat er precies gebeurd is, maar ik ben waarschijnlijk op een kruising aangereden door een auto en kwam aan de overkant van de weg, met brommer en al, en met mijn hoofd tegen de stoeprand (dankjewel helm!) tot stilstand (of eigenlijk stillig)
Omdat ik me helemaal niks van het ongeluk op zich kan herinneren, denk ik dat ik korte tijd bewusteloos ben geweest door een hersenschudding.
Ik weet pas weer dat ik met een ambulance naar het ziekenhuis werd gebracht, want men wilde dat ik op de EHBO goed onderzocht zou worden op verborgen gebreken, hahaha.
Daar was gelukkig geen sprake van, wat schaafwonden en blauwe plekken en een lichte hersenschudding was de enige schade die ik opgelopen had.
Het ongeluk was niet ernstig geweest, maar het resultaat was wel, dat ik niet meer op mijn mooie brommertje durfde, heel jammer.
Het brommertje hebben we verkocht en in plaats daarvan ging ik autorijlessen nemen, bij autorijschool Gulpen in Heerlen, in een Honda Civic en ik dacht toen nog in no time mijn rijbewijs te kunnen halen, want hoe moeilijk kan het zijn?
Maar autorijden was nog niet zo eenvoudig als ik gedacht had.
In de tijd dat we nog in Heerlen woonden is het me dan ook niet gelukt om mijn rijbewijs te halen.
Ik heb het lessen pas weer een jaar na onze remigratie naar Brabant opgepakt.
Toen was het gelukkig wel succesvol.
Mijn oogartsen-assistentebaan was een fijne baan.
In eerste instantie was het in hoofdzaak administratief werk en beantwoorden van de telefoon, maar door mijn ervaring op de operatiekamer mocht ik al spoedig assisteren bij kleine ingrepen in de Ok en mocht ik zelfstandig spreekuren draaien op het praktijkadres aan de Oliemolenstraat.
Toen ik een paar maanden aan het werk was, werd dr. Van der Helm ziek, Hepatitis B, waarschijnlijk opgelopen tijdens een operatie van een besmette patiënt en hij was voor minimaal 6 maanden uitgeschakeld.
Om de patiëntenzorg toch zo goed mogelijk door te kunnen laten gaan werd een vervangend oogarts uit het Ooglijders Gasthuis in Utrecht gehaald, dr. Cremers.
Dokter Cremers bracht een voor die tijd nieuwe behandeling mee naar Heerlen: laserbehandeling bij netvliesloslatingen en ik mocht hem daarbij assisteren, keigaaf.
Het laatste jaar dat we in Heerlen woonden ben ik veel alleen geweest.
Arno wist dat hij bij de marechaussee geen promotiemogelijkheden had en solliciteerde daarom bij de Gemeente Politie Eindhoven, ook al omdat we allebei graag terug wilden naar Brabant.
Hij werd aangenomen als aspirant-agent en moest een jaar naar de opleiding in de politieschool in Heerlen! Intern! Alleen de woensdagavonden en de weekenden mocht hij naar huis, terwijl de politieschool maar 5 autominuten, of een kwartiertje fietsen bij ons vandaan was!
Met goede moed is hij aan de opleiding begonnen in oktober 1975, hij heeft hard gestudeerd, en is met heel mooie punten geslaagd in oktober 1976.
We waren in 1975 veel vrije weekenden in Eindhoven, op bezoek bij onze ouders, mede doordat het steeds slechter ging met de gezondheid van Arno's moeder.
Doordat we bijna elk vrij weekend in Eindhoven waren, hebben we in Heerlen niet zo vaak bezoek gehad van de Brabantse familie.
Wel zijn we nog voor een korte vakantie naar Luxemburg geweest samen met mijn schoonouders; gelukkig heeft mijn schoonmoeder daar nog van kunnen genieten, hoewel ze al flink verzwakt was.
Op 2 februari 1976 werd Arno op school uit de les gehaald, vanwege een verdrietig telefoontje:
Zijn moeder was op 55-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van darmkanker.
Niet onverwacht, maar wel veel te jong!
Omdat we zo ver woonden en allebei fulltime druk waren met school en werk, konden we niet zo veel betekenen voor Arno's vader, die nu alleen zat met zijn verdriet.
Wel is hij een paar weken bij ons komen logeren.
Dat was voor mij nog heel gezellig, want ik was doordeweeks na mijn werk meestal alleen en Arno's vader was prettig gezelschap en bovendien een heel goeie kok, die er voor zorgde dat er een lekker maaltje klaarstond als ik thuiskwam.
Verder leefden we toe naar het eindexamen en waren al op zoek naar een huis in Eindhoven of omstreken.
Ik bij mijn plantjes. Catrijn op bezoek met Ardy
Ons huisdiertje Gjoezel, gekregen van optometriste Anneke
An in de mooi, met voor het eerst contactlenzen (aangemeten door mijn baas.)
Vakantie in Parijs vóór het jaar politieschool.
In oktober 1976 is Arno met heel goeie punten geslaagd op de politieschool.
Na nog een mooi gala-eindexamenfeest in Motel Eindhoven, met overnachting voor iedereen en gezamenlijk ontbijt de volgende ochtend, was de schoolperiode afgesloten en begon het serieuze werk bij de Gemeentepolitie Eindhoven voor Arno.
Jammer genoeg heb ik geen foto's van ons samen op het feest met onze galakleding aan, maar we hebben die kleding naderhand nog gedragen bij andere feestelijke gelegenheden, zodat je toch nog op onderstaande foto's kunt zien hoe prachtig we er toen uitzagen.
Ik had mijn baan in het ziekenhuis al opgezegd en was al bezig met spulletjes inpakken voor de verhuizing, want we konden een flat gaan huren in Geldrop aan de Jan Carstensweg.
Ik vond het niet erg om mijn Limburgse tijd af te sluiten, alhoewel ik er toch ook wel met plezier gewoond en gewerkt heb.
Arno moest na het eindexamen onmiddellijk naar Woensdrecht voor een opleiding van 6 weken voor de ME en kon dus nog niet meteen in Eindhoven beginnen.
Dat hield dus ook in, dat hij weinig tot niks kon meehelpen met de verhuizing en met het schoonmaken van de flat.
Toen waren ons pap en ons mam en ook ons Ko redders in nood.
Samen met hun ging ik voortvarend aan de slag in Geldrop, want Brabant lokte!!
Maak jouw eigen website met JouwWeb